Ezechiël 17:6
Print
Het zaad kwam op, begon te groeien en kreeg takjes. Het groeide uit tot een flinke wijnstruik, maar bleef laag van stam. Zijn wortels groeiden niet breed uit, maar bleven onder hem. Er kwamen steeds meer takken aan.
De top schoot wortel en groeide uit tot een lage, maar breed uitgroeiende wijnstok, waarvan de ranken zich naar de arend toekeerden en de wortels zich stevig in de grond verankerden. De ranken waren sterk en ook sproten er mooie bladeren uit de wijnstok voort.
BasisBijbel (BB) © stichting BasisBijbel 2013 Gecorrigeerde tekst © 2015 Alle rechten voorbehouden Uitgegeven bij de ZakBijbelBond: 2016; Het Boek (HTB) Het Boek Copyright © 1979, 1988, 2007 by Biblica, Inc.® Used by permission. All rights reserved worldwide.